Inleiding tot de ten Bruggencate's

de naam || geschiedenis || beroepen || in de Groote Straat || telefoonlijst || migratie

Waar de naam ten Bruggencate vandaan komt is niet duidelijk. Huizinga1 verklaart het als een kate of kotterplaats bij een brug, maar B.J. Hekket2 in "Oost Nederlandse familienamen" oppert ook de mogelijkheid dat de naam is afgeleid van de voornaam "Burg". Het Meertens Instituut verklaart het als een adresnaam, en is het dus met Huizinga eens.

Er zijn verschillende spellingen in omloop: tegenwoordig komen vooral ten Bruggenc/kate en ten Bruggen C/Kate voor, in de VS en Engeland wordt het vaak Bruggencate of Tenbruggenkate. Vroeger was de spelling variatie net zo groot, zie hier voor wat handtekeningen

Tussen 1750 en 1780 is er sprake van een hooijmate, de Bruggenkate Maate geheten.

  • 25 Oct 1750 Gerrit de Korvemaker van het Boomshuijs geeft aan de koop van de Bruggenkate Mate, onlangs aangekogt van Lucas Brinkhuijs voor ƒ240.-3
  • 14 Sep 1767 Fennigjen Smit, weduwe van Jan Hendrik ter Haar, met haar momber Jacob ter Haar, tevens als gevolmagtigde van Swierbertus ter Haar en Everwijn ter Haar, verkoopt aan Albert Zeijgers en zijn vrouw een halve hooijmaat met bomen in den Bolkshoek, tussen Zeijgers en het land van Jan van Lochem, genaamd de Bruggenkatenmate, waarvan de andere helft toebehoort aan Jacob ter Haar21
  • 21 Juli 1768 Hendrik Boom en zijn huisvrouw Maria van de Schuppe cederen en transporteren ten profijte van Albert Zeijgers en desselfs huisvrouw Geese van Hinsenveld deszelven eigendommelijke hooijmate, soo ende als deselve in deese Heerlijkheijt ende Gerigte in de Bolkshoek kennelijk gelegen is, genaamd de Bruggenkate maate; zijnde de voorschreven made vrij en allodiaal en gaat de weg naar deese made door de Haer Stevens made, en voorts met zijn oude ende nieuwe regt, en gezegligheijt, raad ende onraad vandien, zoo ende als Compten deselve tot hier toe in eijgendom hebben beseten, etc (in ruil voor een ander stuk land)4
  • 17 Nov 1780 Jannes ter Haar en zijn huisvrouw Catharina Stevens cederen en transporteren aan Albert Zeijgers en zijn huisvrouw en erfgenamen een halve hooijmate in de Bolkshoek, tussen het erve van Zeijgers en het land van Jan van Lochem, genaamd de Bruggencate Mate, waarvan de andere helft reeds toebehoort aan de koper.22
  • Een beetje geschiedenis

    De ten Bruggencate's zijn een oude Almelose familie. De oudste stamvader is Harmen ten Bruggencate, die in 1568 een gaarden koopt.23 Hij had tenminste twee zonen, Harmen en Lubbert en een dochter Zwenneke. Een Lebbert ten Bruggenkaten komt voor in het verpondings register van Twente in 1601.5 In 1 secundaire bron wordt een zoon Simon vermeld, maar de naam komt verder niet meer voor in de familie. Het lijkt me stug, dat er nooit meer iemand naar hem is vernoemt, maar voor het moment heb ik hem er nog bij, omdat hij een link is, die nog niet vervangen kan worden. Zie mijn versie van de vroegste generaties.

    Hattink vermeld dat rond 1450 er een Geesje ten Bruggencate wordt genoemd in het dagboek van de Prior van het klooster in Albergen.24 Rond 1520 nam de Prior blijkbaar geld op bij een Ghesa ten Bruggencate25, die ook haar geld in bewaring gaf in het klooster, gedurende de oorlogstijden. Deze vrouwen woonden in Dulder of Dulre.

    In 1786, in een tijd van onrust tussen de Gravin van Rechteren en de Patriotten, was er in de herberg van ten Bruggencate een grote rel tussen de schutters van het exercitie genootschap en de soldaten van de Graaf van Almelo. De schutters vielen de soldaten aan, en verwonden er een aantal.17
    De herberg, gelegen dichtbij het "Leeshuis", speelde een kleine rol in de textiel staking van 1888. Op 29 februari werd er een vergadering van de stakers bijeengeroepen. De stakers verwierpen eenstemmig de voorwaarden van de werkgevers.18 Het is mij (nog) niet bekend of hier sprake is van dezelfde herberg, en welke ten Bruggencate de eigenaar van de herberg was, misschien Gerrit (1745-c.1797), zoon van Abraham en Maria ten Bruggencate in 1786, en Harmen (1794-), zoon van Hendrik ten Bruggencate en Stiene Voerknecht, of zijn opvolger, in 1888.

    Wat deden ze voor de kost?

    Veel ten Bruggencates waren schippers. Ter Kuile vermeldt een Harmen ten Bruggen Cate, die in 1605 hout vervoert van Almelo naar het westen.16 G.J. Schutten vermeldt circa 1674 een Hermen, Jan en Wolter ten Bruggencate als schippers uit Almelo, die in Zwolle overnachten.6 In 1750 waren er 5 ten Bruggencate's (2x Harmen, Berend, Abram, en Isaac), die getuigen voor de nood voor meer water in de Regge om de vaarweg naar Zwolle bevaarbaar te houden.7 En in 1795 staan in een tolregister Gerrit en Hendrik Jan met zijn zonen Lambert en Cornelis ten Bruggencate.8

    Maar bij 1795 zijn de meesten koopman geworden: Jan (1760-1827), koopman in granen en linnen; Baarent (1765-1843), koopman; Benjamin (1735-1813), koopman in linnen; Gerrit (1738-1822), koopman; weduwe van Gerrit (=Geertruid ter Brake, 1742-1827) koopvrouw; Harmannus (1744-1796), koopman in linnen; Geertruid (c.1730-a.1795), koopvrouw.9 Bij de opkomst van de Twentse textiel industrie werden sommigen fabrikeurs, dwz zij leverden garen aan de huiswevers en verkochten de geleverde artikelen.
    Harmen (c.1720-b.1806) en zijn zoon Thomas (1748-1823) hadden een linnenbleekerij, zijn zoon Benjamin (1791-c.1860) begon in 1844 met een stoom bleekerij, waarbij de goederen met chemicalien gebleekt werden.10 In 1915 is er in Almelo nog "De Bleek", gelegen achter "Het Fort", waar vroeger Thomas zijn goederen bleekte.11

    Migratie

    Al vroeg gingen er ten Bruggencate's naar Amsterdam. Vanwege de schipperij was het misschien nodig om iemand in Amsterdam te hebben, of misschien was er meer werk. In 1717 gaan een Femmetje ten Bruggenkaete, van Almelo, oud 36 jr, en Christoffel Arentse van Kuijlenburgh in ondertrouw. Helaas zijn haar ouders al overleden, of ze zegt dat tenminste, ze brengt geen bewijs mee. Daarna zijn er meer huwelijken en dopen in Amsterdam, vnl. afstammelingen van Jan en Geesje Houtman.
    En zo zijn er meer, veel meisjes gingen later van Almelo naar Amsterdam als dienstmeid, voor dat ze trouwden (in Amsterdam of Almelo). Ze zijn soms moeilijk in te passen, omdat ze opgeven dat hun ouders dood zijn.14

    De ten Bruggencate's zijn uitgewaaid over een groot deel van de wereld. In de 18e eeuw overlijdt Jan ten Bruggencate in Demerarij in Suriname, in de 19e eeuw zijn er ten Bruggencate's in de VS (Johan en afstammelingen) en in Engeland (afstammelingen van Albertus en Willemina Weijdeman). In de Ellis Island database komen 5 ten Bruggencate's voor: Frits en Albertus zijn zonen van Albertus en Janna Schuttevaar. Zij steken herhaalde keren de oceaan over. De andere drie zijn Bernard en zijn zonen Gerard Louis en Lambertus. Zij zijn op doorreis naar het verre Oosten. Bernard is op weg naar Nederlands Oost Indie als belasting adviseur, Lambertus werkt voor de Asiatic Petroleum Co, en Gerard Louis is op weg naar Shanghai.

    In de Groote Straat

    In 1873 woonden een aantal ten Bruggencate's en hun afstammelingen in de Grootestraat in Almelo. Hun huizen, met alle andere in de Grootestraat, zijn getekent door P.J. Lutgers (1808-1874), en uitgegeven in een klein boekje.19 Hier volgt een lijstje (aangevuld met gegevens uit het Heemkunde Museum in Almelo:
    #17. Johan ten Bruggencate (1837-1913), zoon van Bernardus en Johanna Berendina Aleida ten Bruggencate, gehuwd met Aleida Souman. Kapok fabrikant.
    #18. Mr. W(illem) ten Bruggencate, ongehuwd (1842-1912), zoon van Bernardus en Aleida ten Bruggencate. Advocaat, en van 1906-1912 president van de Rechtbank in Almelo.
    #20. Ten Bruggencate.
    #35. H(ermannus) ten Bruggencate (1828-1913), zoon van Gerrit ten Bruggencate en Christina Johanna Hagedoorn, gehuwd met Aleida Geertruida van der Linde. Expediteur en Gemeente ontvanger.
    #36. Bernardus Prinsen (1838-), gehuwd met Aleida ten Bruggencate. Zadelmaker
    #37. A. Somberg (mischien Abraham, 1818- , zoon van Jan Somberg en Johanna Wanschers. Johanna is een dochter van Abraham Wanschers en Hendrika ten Bruggencate)
    #41. F(redrik) ter Braake (1797- ), zoon van Benjamin ter Braake en Margrieta Walderink. Groothandel in Granen. Hij was een kleinzoon van Gerrit ter Braake en Geesken ten Bruggencate. Fredrik was getrouwd met Zwaantje Troost (1805- ), kleindochter van Jan Troost en Geesken ten Bruggencate.
    #62. D(irk) L(eonard) Bartelink (1827- ), zoon van H.P.W. Bartelink en Fredrica ten Bruggencate. Groothandelaar in granen. Hij was getrouwd met Everdina H. B. Boom (1824- ), achterkleindochter van Gerrit ter Brake en Geesken ten Bruggencate.
    #65. E(gbert) Scholten (1783-), gehuwd met Johanna ten Bruggencate. Timmerman en houthandelaar.
    #82. A(aldert) ten Bruggencate (1834-1913), zoon van Hendrik Jan en Trina Johanna ten Bruggencate, gehuwd met F.C.B.P. Maas. Winkel in dames en heerenstoffen, boorden, manchetten, dassen en handschoenen.
    #88. Hendrik P. W. Bartelink (1827-), zoon van H. P. W. Bartelink en Fredrica ten Bruggencate, gehuwd met Hendrika Johanna Mokkelencate, achter-kleindochter van Gerrit ter Braake en Geesken ten Bruggencate. Boekhouder.
    #95. Wed. ten Bruggencate (ws. Trina Johanna, 1807- ), dochter van Jannes ten Bruggencate en Jenneke Selhorst, weduwe van Hendrik Jan). Winkel in baby artikelen.
    #105. Wed. Hazekamp (Albertina Gerritdina ten Bruggencate, 1814- ), dochter van Izaak ten Bruggencate en Fenna Katherina Loreij.
    #121a. B(ernardus) Boom (1800- ), zoon van Gerrit Otto Boom en Aleida ten Bruggencate, gehuwd aan Dirkje Ravenswaaij. Apothecar.
    #123. A(braham) ter Braake (1825-), gehuwd met Hendrika Margaretha ter Braake. Tabakskerverij "De Zwarte Moriaan". Beiden stammen af van diverse ten Bruggencate's.
    #143. (Jan) Ten Bruggencate (1813-1884), zoon van Lambertus ten Bruggencate en Christina Elizabeth Hooglandt, gehuwd met A.W.H. Bolhuis. Apothecar en Gemeente ontvanger.
    #146. Hendrikus ten Bruggencate (1839-1915), zoon van Gerrit ten Bruggencate en Dina Klumpers, gehuwd met Hermina Aleida Dietz. Bakker.
    #152. B(enjamin) ten Bruggencate (1829-1887), zoon van Bernardus en Johanna Berendina Aleida ten Bruggencate, gehuwd met Maria Geertruida ten Cate. Fabrikant.
    #178. Ten Bruggencate, kantoor
    #185. J(an) H(endrik) Hombrink, getrouwd met Christina ten Bruggencate, 1825- , dochter van Harmen en Gebbe Piepers.

    1915 Telefoon lijst Zie Herman de Wit's site voor de complete 1915 telefoon lijst van Nederland.

  • 'sGravenhage ( pg.276)
    H2647 Bruggen Cate, Mr. J.D. ten, Gr. Hertoginnelaan 41
    H2819 Idem, Molenstr. 39 (9-4)
    S1828 Idem, Huis, Zeekant 4
    H4108 Bruggencate v. Tubergen, Mevr., A. ten, Bezuidenhout 255
  • IJmuiden (pg 439)
    103 Bruggencate, W. ten, Cand. Notaris, Kanaalstr. 65
  • Groningen (pg 357)
    302 Bruggen Cate, Mr. B. ten, Secr. b.h. college v. curatoren der Rijks-Universiteit, Emmaplein 1
    970 Houten--ten Bruggen Cate, Wed. H. v., Damsterdiep Z.Z. 38
  • Almelo (pg 11)
    168 Bruggen Cate Wzn., B. ten, Agenturen, drogisterijen, Grootestr. 54
    226 Bruggen Cate, Bernard B. ten, Kapokfabr. "Java", Bornebroekscheweg (kant. 9 - 12, 2 - 6)
    230 Idem, woonh., Molenkampspark 18
    132 Bruggen Cate, J.A. ten, Kapok- en wattenfabr., C 421, Ambt-Almelo.
    177 Bruggen Cate, Mr. H.J. ten, Adv. en proc., Grootestr. 66
  • Lisse (pg 476)
    469 Bruggencate, G. ten, Notaris, Sassenheim
  • Utrecht (pg 673)
    676 Bruggenkate, M.J. ten, fa. v. d. Waal, Spruit & Co., Apoth., Ganzenmarkt 18
  • Zwolle (pg 753)
    150 Bruggenkate & v. Reede, Ten, Schoutensteeg.

  • Eindnoten
    1. Huizinga, A. Encyclopedia van namen: een vraagbaak over de afkomst van onze Nederlandse en Vlaamse familie- en geslachtsnamen. Amsterdam: Strengholt, 1955.
    2. Hekket, B.J. Oost Nederlandse Familienamen: hun ontstaan en betekenis. Enschede: Van de Berg, 1996.
    3. Register van Aangave van 50e pennink en collaterale successien binnen het Land Gerichte der Heerlickheijt Almelo voorvallende. Inv.#2628+.
    4. Landgericht Almelo Inv # 2649, fo 144-145.
    5. Het verpondingsregister van Twente van 1601. Vereniging Oudheidkamer Twente, 1985. pg 394, nr 1906. (Met dank aan Cor Sellenrode).
    6. Drs G.J. Schutten, Varen waar geen water is, Hengelo: Uitgeverij Broekhuis, 1981, pg 51.
    7. Ibid. pg 59.
    8. Ibid. pg 109.
    9. Volkstelling Stad Almelo 1795. RAO. Statenarchief inv. #5320-5371.
    10. B. Bolk, et al., Schering en Inslag, Hengelo: Twents-Gelderse Uitgeverij Witkam, 1982, pg 176.
    11. H. Hagens en J. Nieuwerth, Almelo in Oude Ansichten, Zaltbommel: Europese Bibliotheek, 1969, pg 102.
    12. Mr. G.J. ter Kuile, Sr., De opkomst van Almelo en omgeving , 2e druk, Zwolle: N.V. de Erven J.J. Tijl, 1947, pg 52-53.
    13. Drs. D. Schlütter Met den Koorde of door het zwaard, Oldenzaal: Twents-Gelderse Uitgeverij de Bruyn, 1994, pg 96.
    14. Ondertrouwen Amsterdam, voor 1811. Gemeente Archief Amsterdam.
    15. Landgericht Almelo Inv.#2642 28 May 1791.
    16. Mr. G.J. ter Kuile, Sr., De opkomst van Almelo en omgeving , 2e druk, Zwolle: N.V. de Erven J.J. Tijl, 1947, pg 104.
    17. J. Abbes, De Almelose Patriottenbeweging, Enschede: Van de Berg, 1997, pg 51.
    18. J.G.H. Oude Brunink, "Jacob Cornelis van Marken en de Almelose werkstaking van 1888", Jaarboek Twente #2 (1963):85.
    19. P.J.Lutgers en G. Prinsen tek., J. van Kooij tekst, De Hoofdstraat te Almelo 1873-1980, Almelo: Stichting Stadsherstel Almelo, 1984.
    20. G.J.I. Kokhuis Historie van Almelo, van prehistorie tot heden Hengelo: Twents-Gelderse Uitgeverij Witkamp, 1985.
    21. Landgericht Almelo Inv# 2649, fo 120-120v (LDS Film 1393438).
    22. Landgericht Almelo Inv# 2651, fo 41v-42 (LDS Film 1393439).
    23. Hattink, R.E. "In en om Almelo" Almelo : Twentsche Boekhandel, 1903.
    24. idem.
    25. Kuile, Sr, Mr. G.J. ter. Twentsche Eigenheimers. Almelo: Hilarius, 1947, pg 21.
    26. Stadsgericht Almelo Inv# 2618*, fo 4-6 (excerpt).