Ten Bruggencates Wereldwijd

Hendrikje Willemsen, de wed. van Henrik ten Bruggencate voor zich en als boedelhoudster, moeder en voogdesse over haar minderjarige kinderen, met haar momber Jan Bakker, nemen een hypotheek op bij Berend Holtman en zijn huisvrouw Fenneken Bolk. Zij geeft het vierde deel van haar huis en weere, waarvan een vierendeel behoort aan Aaltjen, weduwe van Gerrit Donkelman, en de andere helft aan Hermke ten Bruggencate, weduwe van Jan Bolk, naast het huis van Berend Holtman als onderpand.²

Aaltjen Wolterssen ten Bruggencate, wed. van Gerrit Denkelman, voor haarzelf en als moeder en voogdesse over haar minderjarige dochter Henrina Denkelman met haar momber Jan Bakker, en Henrik Tusvelt en Jurrien Wanschers als momber over het kind, voorts Hendrikjen ten Hoeve wed. Henrik Wolters, voor zichzelf en als moeder en voogdesse over haar minderjarige zoon Wolter ten Bruggenkate met haar momber Jan Bakker, en Evert Willemsen en Jurrien Willemsen als mombaaren over het kind, en Berend Pastoors en zijn huisvrouw Fenneken Bolk, transporteren hun huis en wheere, tussen het huis van Baerent Pastoors en dat van Cornelis Troost, aan Jan ten Cate Gerritszn en zijn huisvrouw Aaltjen van Lochem en erfgenamen.³