Almelo Gezinsreconstructies

Zij stelt tot universeel erfgenaam haar zwager Petrus Stuhlen en zijn huisvrouw, haar zuster Hendrica Cock voor 2/3, en haar nicht Anna Maria Gesina Cock, gehuwd met Nicolaas Hendrik ten Cate, voor 1/3 van haar nalatenschap. Mochten haar zwager en zuster al overleden zijn dan gaat 2/3 van de nalatenschap naar hun kinderen, m. n. Gerhard Bernard Stuhlen en Anna Hendrika Stuhlen, wed. Roesink, of bij vooroverlijden op hun kinderen. Indien haar nicht Anna Maria Gesina Cock kinderloos zou blijven, dan zal er ƒ8000.- uit de erfenis uitgekeerd moeten worden aan haar zwager en zuster, of by vooroverlijden aan hun kinderen. Zij legateert aan haar neef Coenraad Cock, of bij vooroverlijden aan diens kinderen ƒ8000.-, aan de Diakonie van de Gereformeerde Gemeente ƒ500.-, aan haar dienstmeid Janna Wannink, indien zij tot testatrice's overlijden bij haar blijft ƒ500.- en een behoorlijk rouwkleed, aan de naaister Janna Prinsen ƒ150.-, aan Gerrit Nijhof en zijn huisvrouw Maria Hendriks samen ƒ1000.-.Haar zuster Hendrica Cock krijgt al haar lijfgoederen, goud, zilver en kleinoden, en een gouden horloge, of bij vooroverlijden aan haar nichten Anna Hendrika Stuhlen wed. Roesink en Anna Maria Gesina Cock e. v. Nicolaas Hendrik ten Cate, met uitzondering van het gouden horloge, dat zij in dat geval vermaakt aan haar neef Nico Petrus Hendrik Roesink. Voorts legateert zij vooroverlijden van haar zuster voornoemd, aan haar nicht Anna Hendrika Stuhlen ƒ5000.- en het huis door testatrice bewoond, de hof bij de weide met het hofhuisje, en een stukje land liggende bij de hof. Verder de zilveren koffiekan, een ledikant met rood behang, staande op de bovenkamer, met haar beste bed, peluw en 4 kussens, en haar Oost Indische chintzen sprei, zijnde wit met rode bloemen. Voorts prolegateert zij in datzelfde geval aan haar nicht Anna Maria Gesina Cock ƒ3000.- en haar Oost Indische deken met gele en rode bloemen.³