Almelo Gezinsreconstructies

     Trientjen ten Cate overleed ts 1795 - 1798, want zij maakt een testament in 1795, en haar zuster verandert het in 1798.^4,7
In 1747 ging zij over naar de Gereformeerde Kerk.⁸

Andere informatie:
Zij was (Doopsgez.) gedoopt op 1 feb 1733 in Almelo door Ds. J. Mol.^2,8 Zij werd vermeld in het testament van Jan Schimmelpennink Janszn op 24 juni 1757.³ Zij werd vermeld in het testament van Gerrit ten Cate op 23 maart 1762.⁹ Zij presenteerde het testament van Gerrit ten Cate voor opening.¹
Catharina ten Cate en Elisabeth ten Cate maakten op 3 juli 1795 een testament op. Haar momber was Dr. E. Dull. Zij benoemen elkaar als erfgenaam. Na de dood van de langstlevende, benoemen zij als erfgenamen hun 2 nichten Aleida ten Cate en Johanna ten Cate, en hun 2 neven Lambertus ten Cate en zijn huisvrouw Elisabeth Coster, en Jan ten Cate Janszn en zijn huisvrouw Wilhelmina Henrietta Louise Dietzel, of bij vooroverlijden hun kinderen. Zij geven aan de kinderen van Isaac ten Cate ƒ2000.-, met dien verstande dat Isaac ten Cate zolang hij leeft de 3% rente van dit kapitaal mag ontvangen. Zij legateren aan hun 2 nichten hun huisraad, en lijfgoederen, uitgezonderd het goud, zilver, en bed- en tafel linnen. Zij mogen voor de rest van hun leven in haar huis blijven wonen, en haar andere bezittingen gebruiken. Ook mogen zij gebruik maken van het graf in de Kerk, # 40, maar dit graf mag niet eerder open gemaakt worden dan 20 jaar na het overlijden van de langstlevende. Na het overlijden van de nichten, vervalt de erfenis aan de neven. Zij legateren aan de Diaconie van Almelo ƒ300.-. De langstlevende heeft her recht on het testament te veranderen.⁴

Volkstellingen:
1748 Stad Almelo volkstelling: Gezin van Gerhardus Swaans (2e kwartier.)⁵
1795 Stad Almelo volkstelling: Gezin van Catrina ten Cate (1e kwartier). Gezin bestaat uit 3 personen. Zij is rentenier. Elisabeth ten Cate geeft de informatie.⁶