Evert Berentsen1
M, #21343, * z 1680
Vader | Berent + v 1711 |
Evert Berentsen (1) trouwde met Aaltien Geertsen , dochter van Geert Hofstee.1,2 Hij (2) trouwde (NH) met Fenneken Jorritsen op 26 nov 1718 in Almelo2 (otr. (NH) 30 okt 1718, Almelo.)2
Andere informatie:
Hij woonde bij zijn tweede huwelijk in Almelo.2
Evert Berentsen en Aaltien Geertsen maakten op 12 aug 1711 een testament op. Haar momber was Dr. Liens. Testator benoemt zijn vrouw tot universeel erfgenaam. Hij legateert aan zijn zuster Geertruit Berentsen en het kind van zijn broer Jan Berentsen, m. n. Janna Jansen al zijn lijfgoederen. Testatrice vermaakt aan haar vader Geert Hofstee zijn legitieme portie. Zij benoemt haar man als universeel erfgenaam, en zij legateert aan haar broer Aalbert Geerts en haar zusters Geese Geerts en Marie Geerts al haar lijfgoederen. Zij geeft een daalder aan de Armen.1
Evert Berentsen en Fenneken Jurrissen maakten op 16 jan 1720 een testament op. Haar momber was Dr. Liens. Zij benoemen elkaar als erfgenaam. Na het overlijden van de langstlevende zal de erfenis in 2 gelijke delen tussen de wederzijdse familie worden verdeeld. Zij legateren hun lijfgoederen aan hun eigen famlie, en aan de Armen een daalder.3
Andere informatie:
Hij woonde bij zijn tweede huwelijk in Almelo.2
Evert Berentsen en Aaltien Geertsen maakten op 12 aug 1711 een testament op. Haar momber was Dr. Liens. Testator benoemt zijn vrouw tot universeel erfgenaam. Hij legateert aan zijn zuster Geertruit Berentsen en het kind van zijn broer Jan Berentsen, m. n. Janna Jansen al zijn lijfgoederen. Testatrice vermaakt aan haar vader Geert Hofstee zijn legitieme portie. Zij benoemt haar man als universeel erfgenaam, en zij legateert aan haar broer Aalbert Geerts en haar zusters Geese Geerts en Marie Geerts al haar lijfgoederen. Zij geeft een daalder aan de Armen.1
Evert Berentsen en Fenneken Jurrissen maakten op 16 jan 1720 een testament op. Haar momber was Dr. Liens. Zij benoemen elkaar als erfgenaam. Na het overlijden van de langstlevende zal de erfenis in 2 gelijke delen tussen de wederzijdse familie worden verdeeld. Zij legateren hun lijfgoederen aan hun eigen famlie, en aan de Armen een daalder.3