De voorouders van mijn kleinkinderen

Geertruit Ernst, wed. van Harmannus ten Bruggenkate, en Geesken ten Bruggenkate, wed. van Jan Troost, beide met hun momber Barent ten Bruggenkate Harmannus zn. Voorts Jan Vikkers, wedn van Cornelia ten Bruggenkate, Berent ten Bruggencate en zijn huisvrouw Gerridina Schomaker, Abraham Wanschers en zijn huisvrouw Hendrika ten Bruggencate, Lambert Vissebokse en zijn huisvrouw Clasina ten Bruggencate, alsmede Hendrik Guikink en Derk Overbeek, momberen over het minderjarige kind van Hermannus ten Bruggencate en Jenneken Guikink, allen kinderen en erfgenamen van wijlen Harmannus ten Bruggenkate transporteren een huis, door de kopers bewoond, tussen het huis van Tobias van Lochem en dat van Dr. Heilbron aan Gerrit ten Bruggenkate en zijn huisvrouw Geertrui ter Braake.¹⁰

Compareert Hendrik Boeschen voordragende hoe dat hij deesen middag ongeveer twaalf uuren, ten huize van Ernst Boom alhier met Berent ten Bruggencate in gesprek geraakt zijnde over de Excercitiegenoodschappen, hij tegen B. ten Bruggenkate gezegt heeft dat hij de eerste was geweest die hen op 't Vriesenveen tot excerceren aangemoedigt hadde, maar dat hij ook de eerste was welke hun wederom afgegaan of afgevallen was, dat Berent ten Bruggencate hem daarop een slag in de mond gegeven hadde, en hij daardoor aan het bloeden geraakt was, waardoor hij in zijn eer gekrenkt was, en smarte geleden hadde, dat hij daarvan behoorlijke satisfactie willende hebben, hem Berent ten Bruggencate op heden alhier heeft laten arresteren, en voorts voor deesen weledelen Gerichte citeren concluderende voorders: Dat de gearresteerde en geciteerde Berent ten Bruggencate Hzn zal worden gecondemneert om ter zaake voorn aan de Diaconie alhier te betalen vijf gouden ducaten, mitsgaders de kosten hier over gevallen, en dat de gearresteerde voor deese allen zal borge stellen of borge blijven als naa Land- en ouder gewoonte met Eisch van kosten
Hierop erschenen Berent ten Bruggencate Hermz zeggende dat het wel waar is dat hij met citant over de exercitie genoodschappen op tijd en plaats voornt gesproken en hem een slag in de mond gegeven hebbe, maar dat citant daar toe zelfs aanleiding en oorzaak gegeven heeft, als zijnde geheel abuis in zijne omstandigheden voorgevallen dat Compt gesegt hebbende, dat het beter was dat op Vriesenveen door alle ingezetenen te zamen geexerceert wierde, als dat zij in twee partijen verdeelt waren, Citant daar op geantwoord heeft, ik wil daar over met u niet langer praten, gij zijt maar een afvallige, dat Compt door deze scheldwoorden in drift geraakt zijnde, hem met zijn hand onder de neus geslagen heeft …. wel verre dat den citant hier over actie zouden geschapen zijn in tegendeel bevoegt te wesen van hem reparatie van eere te vorderen, contra concluderende daaron tot kost en schadeloose absolutie van deese instantie. [Allebei blijven ze bij hun versie]
Decretum: Hier in zal op den Eerste ordinaire regtdag na de Paasferien worden gedecreteert.
Gerrit ten Bruggencate Abz staat borg, en Barent word uit het arrest ontslagen.
1778     14 Apr      (inv #2641)     Coram Judice E. Dull, J.U.. Dr, Assessoren J.L.Gallas en Egb. Peppels
Continuatie van de vorige zaak tussen Hendrik Boeschen en Berent ten Bruggencate. Barent wordt veroordeeld tot 2 Ducaten te betalen aan de Diakonie.¹¹