Almelo Gezinsreconstructies

     Janna Meijer was van in Almelo bij haar huwelijk.¹ Zij trouwde (NH) met Hendrik Antonij Ernst op 3 juli 1740 in Almelo¹ (otr. (NH) 29 mei 1740, Almelo.)¹ Zij overleed n 1788, want zij maakt een testament.³

Andere informatie:
Zij woonde bij haar huwelijk in Amsterdam.¹
Hendrik Antonij Ernst en Johanna Meijers maakten op 30 juni 1788 een testament op. Haar momber was Secr. D. J. Lamberts. Zij verklaren alle vorige testamenten ongeldig. Zij benoemen elkaar tot universeel erfgenaam. Zij prolegateren aan hun dochter Anna Else Ernst de gehele naai- en burgerwinkel, met toebehoren. Zij prolegateren aan hun oudste zoon Johan Leonard Ernst de beide huizen en hof tegenover de Windmolen, bewoond door testatoren zelf, tussen het huis van Abraham Wanschers en het water, en tevens alle zilversmid's gereedschappen, met dien verstande dat de dochter Anna Else Ernst zolang zij leeft in het huis mag blijven wonen zonder huur te batalen, en moet Johan Leonard Ernst zijn zuster Anna Else Ernst behulpzaam zijn met de boekhanding en het verzenden van goederen. Johan Leonard Ernst zal na de dood van testatoren ƒ18000.- moeten uitbetalen aan zijn broer Fredrik August Ernst (hij mag dit in 3 halfjaarlijkse termijnen doen), omdat hij de huizen, de hof en de zilverwinkel krijgt. Zij prolegateren aan hun bovengenoemde 2 zoons al hetgeen zij reeds bij hun huwelijk uit de boedel gekregen hebben, behalve het geld dat zij geleend hebben, en dat in de gezamelijke boedel moet worden ingebracht worden, en in 3 gelijke delen verdeeld. De 3 bovengenoemde kinderen zijn universeel erfgenaam. De erfenis wordt in 3 gelijke delen verdeeld en het huisraad en de wollen en linnen kleren zullen onderling verdeeld moeten worden, zonder dat ze op een publieke veiling verkocht mogen worden. Na het overlijden van Anna Else Ernst zal haar portie vervallen op Johan Leonard Ernst, of bij vooroverlijden op diens kinderen, met dien verstande dat Johan Leonard Ernst aan zijn broer Fredrik August Ernst ƒ500.- zal moeten uitbetalen in 2 half-jaarlijkse termijnen. Mocht door omstandigheden het gehele of het grootste deel van het bezit verloren gaan, dan hoeft de oudste zoon deze ƒ500.- niet uit te betalen. Mocht een der kinderen niet accoord met deze regeling, dan krijgen zij gewoon hun legitieme portie.³

Gerechtszaken:


Volkstellingen:
1748 Stad Almelo volkstelling: Gezin van de Silversmit Ernst, niet bij naam genoemd (2e kwartier.)⁵