Almelo Gezinsreconstructies

     Geesje Klokke was geboren c 1725.³ Zij trouwde (NH) met Otto Lindeman , zoon van Abraham Lindeman en Janna Princen, op 25 juni 1751 in Almelo^1,3 (otr. (NH) 22 mei 1751, Almelo.)¹ Zij overleed op 15 feb 1814, huis #18 in Almelo (Getuigen: Barend Tannen en Jannes Meijling.)³

Andere informatie:
Zij woonde bij haar huwelijk laatst in Amsterdam.¹
Otto Lindeman en Geesje Klokke maakten in 1761 een testament op. Ze benoemen elkaar als universeel erfgenaam. Testator noemt zijn vader Abraham Lindeman, en testatrice haar moeder Willemijne Lindeman, weduwe van Albertus Klokke.²
Geesje Klokke maakte op 4 jan 1799 een testament op. Haar momber was Jan ten Bruggencate. Zij was weduwe van Otto Lindeman. Zij verklaart al haar vorige testamenten ongeldig, en benoemt tot universeel erfgenaam Derk Rompelman, Hendrik Rompelman en zijn huisvrouw, Johannes Rompelman en zijn huisvrouw, Harmina Rompelman, Gerrit Prinsen en zijn huisvrouw, Hendrik Prinsen en zijn huisvrouw Trijntje Bolk, en Geesken Swam, dochter van Gerrit Swam en Aleida Jolink, te verdelen in 7 gelijke porties, met dien verstande dat de erfenis zal gaan naar haar broers Hendrik Klokke en Otto Klokke zolang zij leven. Na het overlijden van de langstlevende van haar broers Hendrik Klokke en Otto Klokke legateert zij ƒ300.- aan de Gereformeerde Armen van Almelo, en ƒ100.- aan de Gereformeerde Armen van Meppel. Testatrice wenst dat als zij een eigenhandig ondertekende brief mocht achterlaten, dit dan tevens als een geldig testament moet worden erkend. Zij benoemt Jan Mollink en Baerent ten Bruggencate als executeur-testamentair en dezen mogen daarvoor 6 procent van de nalatenschap bedingen.⁵

Volkstellingen:
1795 Stad Almelo volkstelling: Gezin van Otto Lindeman (1e kwartier.)⁴
De Rompelman erfgenamen van Geesje Klokke kunnen worden verklaart als kleinkinderen van haar moeder's zuster, en de Prinsen erfgenamen als neven van haar man (kinderen van zijn moeder's broer.)